Een voorschot op mijn rol als Scrum Master.

Zweverig is geen typering die bij mij past. Maar voordat ik in januari van dit jaar begon als Scrum Master, heb ik gedroomd over die rol. Het was een droom die bol staat van de metaforen en een goed beeld geeft over scrum en mijn rol die ik toen bijna ging invullen.

Vooral de vertaling van deze droom zorgde ervoor dat ik ontzettend veel zin had om aan dit avontuur te beginnen. Het popelen om als Scrum Master bij Centraal Beheer aan de slag te gaan, heeft zich uitbetaald: ik heb nu letterlijk een droombaan.

De droom
De droom begint met dat ik door een school loop. Een nieuwe school en anderen vragen zich af wat ik hier doe. Voor mij is dat logisch want ik wil een extra opleiding doen. In de hal staat een grote bak om schoenen in te zamelen en om de een of andere reden besluit ik om mijn schoenen daar in te gooien. Op sokken loop ik door de school en kom ik met een groep vast te zitten voor een deur. Iemand geeft aan dat je een pasje nodig hebt om door te gaan en ik sluit aan in de rij voor pasuitgave. Als ik bijna vooraan sta, is er een gehandicapte jongen die niet goed weet hoe het werkt. Hij snapt niet dat hij met zijn hoofd voor de camera moet staan voor een pasfoto en bovendien is hij daar lichamelijk ook nauwelijks toe in staat. Met wat hulp lukt het uiteindelijk om de foto en zijn pas te maken. Als ik aan de beurt ben, verbaas ik mij over de mogelijkheden van het systeem. Mijn online profielfoto’s worden namelijk aangeboden als optie, maar ik wil een nieuwe foto maken. Het systeem werkt niet echt mee en ik vraag de vrouw achter de balie om hulp. Zij loopt met mij mee naar de lerarenkamer, waar ik mij niet echt prettig voel als nieuwe student. Daar pakt ze een lege pas en schrijft met pen mijn gegevens daarop. Met die tijdelijke kaart ga ik door de deur en op de gang zie ik ineens een directielid van Centraal Beheer lopen.

Voor mijn eerste les weet ik precies waar ik moet zijn (lokaal D1), maar ik heb geen idee waar dat is en hoe ik daar kom. Bovendien is het lastig om op sokken door de school te lopen en ik besluit om weer naar de hal te gaan op zoek naar mijn schoenen. Daar aangekomen gooit iemand mij een schoen toe, maar dit is een blauwe en ik heb er twee zwarte ingedaan. Terwijl allerlei andere mensen ook in de bakken lopen te wroeten alsof er uitverkoop in een groot warenhuis is, vind ik één schoen van mij terug. Op die ene schoen vervolg ik mijn zoektocht naar het juiste lokaal. Verderop in de gang kom ik mijn broer tegen en hij wijst mij de juiste weg. Dankzij hem kom ik bij het lokaal aan en kan mijn eerste les beginnen.


En toen werd ik middenin de nacht wakker… Mijn hersenen begonnen te kraken en in iedere zin ontdekte ik een metafoor!

De metaforen
De nieuwe school staat voor mijn opleiding tot Scrum Master. Het op sokken lopen is het kwetsbaar opstellen en de keuze maken om een bepaalde route af te leggen. De behulpzame mensen bij de deur zijn personen die je onderweg tegenkomt en je de juiste richting wijzen, in mijn geval mijn directe collega’s en manager. De benodigde toegangspas zie ik als het certificaat voor Scrum Master. Die heb ik niet per se nodig voordat ik aan de slag ga, maar wil ik wel graag hebben. De gehandicapte jongen is misschien een lugubere vergelijking, maar staat voor mensen die niet weten hoe scrum werkt of niet in staat zijn om op die manier te werken. Met begeleiding en aanwijzingen kunnen deze personen in de organisatie prima meewerken. Mijn verbazing over het systeem is de ontdekkingsreis die ik zelf ga meemaken. Dat kan ook gaan tegenvallen en op dat moment zal er een hulpvraag volgen. De lerarenkamer staat synoniem voor een leidinggevende functie of de rol van Product Owner, iets dat ik nu niet ambieer. Het schrijven met pen op de tijdelijke kaart staat voor het terugvallen op oude principes en de nieuwe (scrum) methode niet omarmen. De geschreven kaart is niet wat ik voor ogen had, maar wel een werkend product en dus ga ik door. Het directielid geeft aan dat ik in ieder geval bij het juiste bedrijf zit!

Het lokaal (mijn doel) is duidelijk, maar de weg er naar toe (strategie) nog niet. Op sokken lopen is een impediment en de ene schoen een eerste versie van de oplossing en dat is ook oké. De toegeworpen schoen is de hulp van en afstemming met andere afdelingen, maar ook een onduidelijk en onvolledig requirement omdat het een blauwe is. De anderen die lopen te wroeten in de schoenenbakken zijn de stakeholders, die allemaal eigen belangen hebben en uit dezelfde bron willen putten. De reis vervolgt met zicht op het doel, lokaal D1. Mijn broer betekent hier de vertrouwde mensen om mij heen. Collega’s binnen en buiten het scrumteam die de juiste weg wijzen. Dankzij deze personen wordt het gezamenlijke doel bereikt en kan het avontuur beginnen!